maandag 3 oktober 2011

Basishoeveelheden voor tussendoortjes

Voor tussendoortjes kun je uitgaan van 100 gam per persoon per dag. Ervaren deelnemers weten doorgaans heel goed hoeveel ze zelf nodig hebben en wat ze lekker vinden. Onervaren deelnemers kun je met deze informatie op weg helpen. Het is heel belangrijk om voor je tussendoortjes iets lekkers te kiezen, want de energie is hard nodig. Het tussendoortje kan een sociale rol in de groep hebben, omdat je kunt trakteren. Ook kun je, als iedereen er in een plensbui doorheen zit, mensen opvrolijken door een zak snoep of schocola tevoorschijn te halen.
We gaan uit van twee snackmomenten per dag, in de ochtend en in de middag. Op kortere wandeldagen vervalt meestal het tussendoortje in de middag omdat je dan al op de eindbestemming bent en minder energie nodig hebt.

Voorbeelden van (standaard) snacks met veel energie:
  • Candybars (snickers, mars, lion etc. Voor kleine mensen zijn ze vaak iets te groot, maar een grote eter op een zware trektocht werkt ze makkelijk in een pauze weg)
  • Mueslireep
  • Koeken
  • Chocolade (i.v.m. smelten uiteraard alleen in een kouder klimaat)
  • Studentenhaver
  • Snoep
  • Rozijnen
  • Gedroogde abrikozen
Veel mensen vinden een combinatie van hartige en zoete snacks lekker. Hartige, zoute snacks zijn vooral goed in de warme middagen (en het zout is ook nog eens nuttig), terwijl zoet juist lekker is in de kou.
Eet koek, evergreens, sultana's e.d. aan het begin van de trektocht, want ze verkruimelen snel in je rugzak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten